Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 2020

Programma 6 Krachtig Noordoostpolder

Belangrijkste verschillen tussen begroting ná wijziging en realisatie begrotingsjaar 2020 vóór bestemming:

De begroting na wijziging bevat aanpassingen naar aanleiding van tekorten die gedurende 2020 zijn geconstateerd en waarover de gemeenteraad in de najaarsrapportage al is geïnformeerd. Om de gerealiseerde verschillen ten opzichte van de begroting goed te kunnen duiden wordt daarom de realisatie niet vergeleken met de begroting na wijziging, maar met de primitieve begroting.

Taakveld 6.6 Materiële voorzieningen
Vooral de kosten voor eenmalige woonvoorzieningen zijn toegenomen. Deze toename is veroorzaakt door een aanzuigende werking als gevolg van de invoering van het abonnementstarief eigen bijdrage Wmo.

Taakveld 6.71 Maatwerk dienstverlening 18+
De lasten van huishoudelijke hulp en vervoersvoorzieningen vallen lager uit dan begroot. In dit geval is weliswaar sprake van een aanzuigende werking als gevolg van het abonnementstarief, maar hiermee is bij het opstellen van de begroting rekening gehouden met als gevolg dat het financiële effect hiervan ten opzichte van de begroting beperkt is en de realisatie uiteindelijk lager uitvalt dan begroot.

Taakveld 6.72 Maatwerk dienstverlening 18-
In 2020 is er sprake van een overschrijding van het budget voor maatwerkvoorzieningen. Zowel de kosten voor residentiële jeugdzorg (regionale jeugdhulp) als jeugd GGZ zijn toegenomen. De kosten van residentiële jeugdzorg vallen hoger uit door de afwikkeling van het risicodossier. Hieruit bleek dat de zorgvraag in 2019 en 2020 hoger was dan de volumes waar de aanbesteding op is gebaseerd.

Taakveld 6.81 Geëscaleerde zorg 18+
De afwijking op dit taakveld valt te verklaren door de uitkering van het positieve exploitatiesaldo vanuit de regionale Wmo-taken over 2020. Het positieve saldo is initieel niet geraamd, daar budgetneutraliteit het uitgangspunt is. Bovendien wordt er jaarlijks besloten over de bestemming van een eventueel positief resultaat. Het resultaat wordt daarom vooralsnog dan ook als incidenteel beschouwd.

Taakveld 6.82 Geëscaleerde zorg 18-
De geëscaleerde jeugdzorg wordt voornamelijk regionaal georganiseerd. De werkelijke lasten zijn hoger dan de raming. Dit komt onder andere door een bijstelling van de prognose van SAVE, niet begrote kosten voor de inzet van een bereikbaarheidsdienst van SAVE en door een vermindering van de wettelijke taken jeugdbescherming en –reclassering met een onderproductie op de preventieve taken.

Taakveld 6.3 Inkomensregelingen
Het resultaat op inkomensregelingen bestaat uit de volgende onderdelen:

• De lasten voor de Bbz-regeling vallen lager uit dan begroot. In 2020 is de TOZO-regeling in het leven geroepen. Dit is een voorliggende voorziening voor de Bbz-regeling. Dit houdt in dat zelfstandigen met financiële problemen veelal eerst in aanmerking komen voor de TOZO-regeling waardoor de Bbz-uitgaven in 2020 lager uitvallen. Omdat we ervan uitgaan dat de Rijksoverheid de volledige lasten van de TOZO-regeling betaalt, vallen per saldo de lasten voor de inkomensregelingen lager uit.
• Ook de lasten voor de Meedoenregeling vallen lager uit dan begroot. De lasten voor deze regeling worden verantwoord op het moment dat inwoners bonnen in het kader van deze regeling verzilveren bij aanbieders. Vanwege de coronacrisis zijn de mogelijkheden hiervoor echter beperkt geweest in 2020.
• Doordat de voorziening voor sociale debiteuren naar beneden is bijgesteld is er sprake van een vrijval op deze voorziening.

Taakveld 6.4 Begeleide participatie
Het resultaat op inkomensregelingen bestaat uit de volgende onderdelen:

• Als gevolg van de coronacrisis hebben de SW-bedrijven van het kabinet via de gemeenten aanvullende middelen ontvangen voor de sociale werkvoorziening. Omdat de inkomsten vanuit de Rijksoverheid in programma 5 verantwoord worden, vallen in programma 6 per saldo de lasten hierdoor hoger uit. Deze hogere lasten zijn verwerkt in de begroting na wijziging.
• De gerealiseerde kosten voor dagbesteding vallen lager uit dan begroot als gevolg van interne maatregelen en wellicht doordat ouderen vanwege de coronacrisis langer wachten met het aanvragen van een voorziening. Doordat dit effect pas eind 2020 zichtbaar werd, is dit niet verwerkt in de begroting na wijziging.

Taakveld 6.5 Arbeidsparticipatie
Op het gebied van arbeidsparticipatie zijn er geen significante financiële afwijkingen wat betreft de lasten. Wat betreft de baten geldt dat deze betrekking hebben op de doorbelasting van de loonkostenvergoeding van de detacheringsinkomsten van de WerkCorporatie. De bijbehorende lasten zijn ook op dit taakveld verantwoord.

Taakveld 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie
Onder taakveld 6.1 worden voornamelijk de lasten aan algemene voorzieningen en functies op het gebied van welzijn verantwoord.

• Er staat vanuit de perspectiefnota 2019 nog een opgave open van het sociaal domein. Onder andere de stijgende kosten voor de jeugdhulp hebben tot gevolg dat deze taakstelling in 2020 niet volledig is behaald. Per saldo zorgt dit voor een negatieve afwijking ten opzichte van de begroting.
• Het Sociaal Domein is nog volop in ontwikkeling. Hier is financieel ook ruimte voor gereserveerd in de vorm van innovatiemiddelen. Deze middelen zijn echter voor een deel onbenut gebleven.

Taakveld 6.2 Wijkteams
Door de wijzigingen in het Sociaal Team Noordoostpolder is per saldo minder uitgegeven dan begroot.

Taakveld 7.1 Volksgezondheid
Op het gebied van Volksgezondheid is er geen sprake van significante afwijkingen.