De WMO is een zogenaamde open einde regeling. Dat betekent dat inwoners er altijd een beroep op kunnen doen. Ook als het hiervoor bestemde budget op is. De basis voor het begrote budget zijn de kosten van het huidige gebruik. Deze kosten worden verhoogd voor de jaarlijkse prijsstijging en de verwachte toename in gebruik. De vraag naar ondersteuning vanuit de WMO is over de periode 2015 – 2020 toegenomen en deze blijft naar verwachting toenemen. Enerzijds als gevolg van de vergrijzing en anderzijds omdat er meer inwoners zijn, die niet op eigen kracht mee kunnen komen in de huidige maatschappij. Het beroep op algemeen aanvaardbare ondersteuning als huishoudelijke hulp wordt beïnvloed door de hoogte van de eigen bijdrage. Door het huidige ‘eigen bijdrage’ beleid van de Rijksoverheid is de drempel om een beroep te doen op de gemeente vervallen. Ook mensen die op basis van financiële draagkracht zelf ondersteuning zouden kunnen organiseren doen daardoor een beroep op ons. In de toekomst zal het effect van vergrijzing en als gevolg van het Rijksbeleid “langer thuis wonen”, deze ontwikkeling versterken.
Ten slotte is er sprake van een toenemende vraag naar begeleiding van inwoners die een kwetsbare positie innemen in de samenleving. Dit als gevolg van onder andere psychische problematiek. De (toekomstige) ontwikkelingen op het gebied van beschermd wonen en de Wet verplichte GGZ zullen hier een sterke rol in spelen.